Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 4.2a.1 Vereiste benoembaarheid overig personeel
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2006
- Bronpublicatie:
30-06-2004, Stb. 2004, 344 jo Stb. 2005, 697 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 30239)
30-06-2004, Stb. 2004, 344 jo Stb. 2005, 697 (uitgifte: 20-07-2004, kamerstukken: 28088)
- Inwerkingtreding
01-08-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2005, Stb. 2005, 672 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Tot lid van het personeel, anders dan bedoeld in de artikelen 4.2.1 en 4.2.2, kan slechts worden benoemd degene die in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, die op het tijdstip van overlegging aan het bevoegd gezag niet ouder is dan 6 maanden.