Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Deze aanwijzing bevat criteria voor gebruikmaking van de uitzonderingsmogelijkheid die wordt geboden door artikel 7, tweede lid, van de Bekendmakingswet: bekendmaking door middel van een ander algemeen toegankelijk elektronisch medium dan het Staatsblad of de Staatscourant, bijvoorbeeld de website van (een dienstonderdeel van) de Rijksoverheid.
De in aanwijzing 3.50, tweede lid, neergelegde eisen aan de vorm en locatie van bekendmaking zijn in zo’n geval overigens van toepassing.
Blijkens de wetsgeschiedenis moet deze uitzondering terughoudend worden toegepast. Uit de term ‘bijlage’ volgt dat het bij de toepassing van artikel 7 van de Bekendmakingswet niet kan gaan om het gehele algemeen verbindend voorschrift of de gehele beleidsregel. Voorbeelden zijn bepaalde afbeeldingen, (digitale) maquettes en film- of geluidsbestanden die door hun aard niet in de voor het Staatsblad en de Staatscourant geldende standaarden passen of bestanden die door hun omvang slechts tegen hoge kosten en inspanning in die standaard te brengen zijn (zie Kamerstukken II 2018/19, 35 218, nr. 3 , p. 41). Om te bewaken dat artikel 7 terughoudend wordt toegepast, is in dat artikel de figuur opgenomen van de instemming door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Omdat de uitzondering in de bekend te maken publicatie dient te worden opgenomen, zal die instemming voorafgaand aan de vaststelling moeten worden verkregen. Bij wetten en algemene maatregelen van bestuur wordt de instemming van de ministerraad met het voorstel van wet onderscheidenlijk het ontwerpbesluit geacht de instemming in te houden van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met de publicatie door middel van het aangewezen andere algemeen toegankelijk elektronisch medium.
Het bepalen dat een bijlage wordt bekendgemaakt door middel van een ander algemeen toegankelijk elektronisch medium, geschiedt door middel van een bepaling in het lichaam van de regeling zelf, en wordt naar die bepaling verwezen in het slotformulier: zie aanwijzing 4.32. Wanneer de in de regeling aangegeven locatie moet worden aangepast, bijvoorbeeld omdat het internetadres wordt gewijzigd, dient dat ook te leiden tot wijziging van het aangegeven adres in die regeling.