Einde inhoudsopgave
Mijnbouwwet
Artikel 54 [Begripsbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
12-12-2002, Stb. 2002, 617 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 28608)
31-10-2002, Stb. 2002, 542 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 26219)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2002, Stb. 2002, 633 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-12-2002, Stb. 2002, 603 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
In deze afdeling wordt verstaan onder:
- a.
medehouderschap: geval waarin de vergunning wordt gehouden door meer dan één natuurlijke persoon of rechtspersoon;
- b.
medehouder: ieder van de in onderdeel a bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen;
- c.
de aangewezen medehouder: de in artikel 22 bedoelde aangewezen persoon;
- d.
de landzijde: het deel van het Nederlands territoir dat ligt aan de landzijde van de in de bijlage bij deze wet vastgelegde lijn;
- e.
de zeezijde: het continentaal plat en het deel van het Nederlands territoir dat ligt aan de zeezijde van de in de bijlage bij deze wet vastgelegde lijn;
- f.
de inspecteur: de door Onze Minister van Financiën bij ministeriële regeling aangewezen functionaris van de rijksbelastingdienst;
- g.
de ontvanger: de door Onze Minister van Financiën bij ministeriële regeling aangewezen functionaris van de rijksbelastingdienst.