Einde inhoudsopgave
Richtlijn 98/24/EG betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk (14e bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
Artikel 9 Verboden
Geldend
Geldend vanaf 25-05-1998
- Bronpublicatie:
07-04-1998, PbEG 1998, L 131 (uitgifte: 01-01-1998, regelingnummer: 98/24/EG)
- Inwerkingtreding
25-05-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-1998, PbEG 1998, L 131 (uitgifte: 01-01-1998, regelingnummer: 98/24/EG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Om te voorkomen dat werknemers door bepaalde chemische agentia en/of bepaalde werkzaamheden waarbij chemische agentia worden gebruikt, worden blootgesteld aan gevaren voor hun gezondheid, zijn het produceren, vervaardigen of gebruiken op het werk van de in bijlage III vermelde chemische agentia, alsmede de aldaar vermelde werkzaamheden, verboden voorzover aangegeven in genoemde bijlage.
2.
De lidstaten kunnen in de volgende omstandigheden vrijstellingen toestaan van het bepaalde in lid 1:
- —
wanneer het gaat om louter wetenschappelijk onderzoek en beproeving, met inbegrip van analyse;
- —
voor werkzaamheden die gericht zijn op de verwijdering van de chemische agentia die aanwezig zijn in de vorm van bijproducten of afvalproducten;
- —
voor de productie van de in lid 1 bedoelde chemische agentia voor gebruik als tussenproducten, en voor zodanig gebruik.
De blootstelling van werknemers aan de in lid 1 bedoelde chemische agentia moet worden voorkomen, met name door te bepalen dat de productie en het vroegst mogelijke gebruik van deze chemische agentia als tussenproducten in één gesloten systeem moeten plaatsvinden, waar deze chemische agentia slechts uitgenomen mogen worden voorzover dat nodig is voor de controle op het proces of voor het onderhoud van het systeem.
De lidstaten kunnen in een systeem van individuele vergunningen voorzien.
3.
Wanneer overeenkomstig lid 2 ontheffingen worden toegestaan, verzoekt de bevoegde autoriteit de werkgever de volgende gegevens te verstrekken:
- —
de reden voor het verzoek om ontheffing;
- —
de per jaar te gebruiken hoeveelheden van het chemische agens;
- —
de betrokken werkzaamheden en/of reacties of processen;
- —
het aantal werknemers dat waarschijnlijk betrokken is;
- —
de geplande voorzorgsmaatregelen ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van de betrokken werknemers;
- —
de technische en organisatorische maatregelen die zijn genomen om blootstelling van de werknemers te voorkomen.
4.
De Raad kan de lijst van verboden krachtens lid 1 volgens de procedure van artikel 118 A van het Verdrag wijzigen om er andere chemische agentia of andere werkzaamheden in op te nemen.