Prg. 2015/39
Cassatie in het belang der wet. De zogeheten ‘incidentele provisionele voorlopige voorziening’ in art. 223 Rv kan ook in verzoekschriftprocedures worden toegepast.
HR 05-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3533
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 december 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders
- Zaaknummer
14/04417
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3533, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2278, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2014
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Kan art. 223 Rv (verzoek voorlopige provisionele voorziening voor duur geding) eveneens in verzoekschriftprocedures worden toegepast?
Ja. Wet en aard verzoekschriftprocedure verzetten zich niet tegen overeenkomstige toepassing.
Samenvatting
Cassatie in het belang der wet. In hoger beroep heeft de man in een alimentatiekwestie tegelijkertijd ex art. 223 Rv verzocht om bij wege van voorlopige voorziening de beschikking in eerste aanleg te schorsen. Het hof heeft dit verzoek afgewezen op de grond dat voor het treffen van een voorlopige voorziening geen plaats is in de verzoekschriftprocedure. Art. 223 Rv is volgens het hof alleen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.