Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit bpm
5.2.3 Lease en verhuur
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
12-12-2022, Stcrt. 2022, 32333 (uitgifte: 20-12-2022, regelingnummer: 2022-264440)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2022, Stcrt. 2022, 32333 (uitgifte: 20-12-2022, regelingnummer: 2022-264440)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Een ondernemer kan een bestelauto waarvoor hij vrijstelling heeft gekregen leasen of verhuren aan een derde. De periode van terbeschikkingstelling waarbinnen de hoedanigheid van de lessee of huurder voor de ondernemersvrijstelling geen rol speelt, is vastgesteld op vier weken (artikel 8c van de regeling). Deze periode wordt verminderd met eventuele aansluitende eerdere perioden van terbeschikkingstelling van dezelfde of een andere bestelauto door de ondernemer aan dezelfde persoon. Als de bestelauto aansluitend wordt verhuurd door verschillende filialen van dezelfde onderneming is het mogelijk dat die filialen onderling niet weten en ook niet kunnen weten dat hiervan sprake is. Bijvoorbeeld omdat de administratie van een filiaal niet vanuit andere filialen kan worden geraadpleegd.
Goedkeuring
Uit praktische overwegingen keur ik met toepassing van artikel 63 van de AWR (de hardheidsclausule) voor deze situatie goed, dat de periode van terbeschikkingstelling per filiaal kan worden beoordeeld.