Einde inhoudsopgave
Wet luchtvaart
Artikel 9.7
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
23-09-2015, Stb. 2015, 345 (uitgifte: 08-10-2015, kamerstukken: 33802)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2015, Stb. 2015, 526 (uitgifte: 22-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
In afwijking van artikel 1.4 richt Onze Minister van Defensie, voordat hij de hem krachtens artikel 9.4 toekomende bevoegdheid uitoefent, een verzoek aan Onze Minister van Infrastructuur en Milieu om aan de behoefte gesteld door Onze Minister van Defensie te voldoen. Onze Minister van Defensie oefent de bevoegdheid krachtens artikel 9.4 niet uit dan nadat Onze Minister van Infrastructuur en Milieu te kennen heeft gegeven niet te zullen voldoen aan dit verzoek.
2.
In dringende omstandigheden kan Onze Minister van Defensie afwijken van het eerste lid. Hij stelt Onze Minister van Infrastructuur en Milieu daarvan terstond in kennis. Zodra de omstandigheden dat naar het oordeel van Onze Minister van Defensie en van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu toelaten, wordt aan de door Onze Minister van Defensie gestelde behoefte voldaan door Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
3.
Indien de in artikel 9.3 toegekende bevoegdheid door Onze Minister van Infrastructuur en Milieu wordt uitgeoefend op verzoek van Onze Minister van Defensie als bedoeld in het eerste lid, vindt toekenning van een vergoeding krachtens artikel 9.6, eerste lid, plaats in overeenstemming met Onze Minister van Defensie. Deze vergoeding komt voor rekening van Onze Minister van Defensie.