Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken
Artikel 10 [Aanwijzing bestuursorganen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 511 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 511 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Waardering onroerende zaken (V)
1.
Als bestuursorgaan dat bevoegd is tot het gebruik van het waardegegeven en de daarbij behorende temporele en meta-kenmerken op grond van artikel 37h van de wet worden aangewezen:
- a.
de notaris in het kader van de bestrijding van vastgoedcriminaliteit ten behoeve van het vergelijken met een taxatiewaarde, dan wel het vergelijken met een aan- of verkoopprijs;
- b.
het Centraal bureau voor de statistiek ten behoeve van statistische doeleinden als bedoeld in artikel 37 van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek;
- c.
het Bureau Ontnemingswetgeving van het Openbaar Ministerie ten behoeve van het zicht krijgen op waarden van inbeslaggenomen onroerende zaken;
- d.
de Minister voor Wonen en Rijksdienst ten behoeve van de uitoefening van zijn wettelijke taken, bedoeld in het bepaalde bij en krachtens de artikelen 27, eerste lid, aanhef en onderdeel a, en tweede, derde en vijfde lid, 49, zesde lid, en 58, tweede lid, van de Woningwet, en artikel II, twaalfde lid, van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting;
- e.
Staatsbosbeheer ten behoeve van de vaststelling van de waarde van onroerende zaken die in erfpacht of opstal zijn of worden uitgegeven;
- f.
de huurcommissie ten behoeve van het vaststellen van het aantal woningwaarderingspunten van een woning;
- g.
de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ten behoeve van een statistische analyse van de variabelen die het energielabel van huurwoningen voorspellen;
- h.
het Instituut Mijnbouwschade Groningen ten behoeve van de vaststelling van de waarde van onroerende zaken in de provincies Groningen, Drenthe en Friesland voor zover noodzakelijk voor de uitoefening van zijn wettelijke taken, bedoeld in artikel 2 van de Tijdelijke wet Groningen;
- i.
de Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland ten behoeve van de vaststelling van de waarde van woningen in die provincie voor zover noodzakelijk voor de uitoefening van de Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2017;
- j.
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van de behandeling en betaling van de zakelijke lasten en gebruikerslasten met betrekking tot onroerende zaken waarvan de Staat eigenaar of gebruiker is;
- k.
het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van de uitoefening van zijn wettelijke taken en bevoegdheden, bedoeld in de Huisvestingswet 2014 en de Wet goed verhuurderschap, voor zover deze zien op het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte en het behoud van de leefbaarheid in relatie tot woonruimte.
2.
Als bestuursorgaan dat bevoegd is tot het gebruik van de temporele en meta-kenmerken behorend bij het waardegegeven op grond van artikel 37h van de wet wordt aangewezen de Autoriteit Consument en Markt ten behoeve van het vaststellen van een aansluiting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van de Gaswet en artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998.