Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 7:3 [Afzien van horen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
20-12-2012, Stb. 2012, 682 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 32450)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2012, Stb. 2012, 684 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
Van het horen van een belanghebbende kan worden afgezien indien:
- a.
het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is,
- b.
het bezwaar kennelijk ongegrond is,
- c.
de belanghebbende heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord,
- d.
de belanghebbende niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord, of
- e.
aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.