AB 2011/132:Uitzetting ongewenst verklaarde vreemdeling is in strijd met art. 3 EVRM. Vertrouwelijkheid van stukken staat niet in de weg aan een afdoende zorgvuldig onderzoek. Geen schending art. 13 EVRM.

AB 2011/132

Uitzetting ongewenst verklaarde vreemdeling is in strijd met art. 3 EVRM. Vertrouwelijkheid van stukken staat niet in de weg aan een afdoende zorgvuldig onderzoek. Geen schending art. 13 EVRM.

Documentgegevens:

EHRM 20-07-2010, ECLI:NL:XX:2010:BN9500, m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik

Instantie: Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Datum: 20 juli 2010
Magistraten: Josep Casadevall, Elisabet Fura, Corneliu Bîrsan, Boštjan M. Zupančič, Alvina Gyulumyan, Egbert Myjer, Luis López Guerra
Zaaknummer: 4900/06
Noot: T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
LJN: BN9500
JCDI: JCDI:ADS908608:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Vreemdelingenrecht (V)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Brondocumenten: ECLI:NL:XX:2010:BN9500, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 20‑07‑2010
Wetingang: EVRMart. 3, 13; Rules of Court art. 39; Awb art. 8:29; Wivd art. 89

Essentie

Samenvatting

Klager, van Libische afkomst, heeft op 25 november 1997 een asielaanvraag ingediend in Nederland. Hij stelt dat hij lid is van een naamloze Libische oppositiegroep. In 1994 heeft hij Libië verlaten zonder eerder problemen te hebben ondervonden van de Libische autoriteiten en zonder te zijn tegengehouden aan de Libische grens. Op 27 februari 1998 wijst de staatssecretaris van Justitie zijn asielaanvraag af: klager heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.