Einde inhoudsopgave
Wet tuchtrechtspraak accountants
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
12-10-2016, Stb. 2016, 398 (uitgifte: 01-11-2016, kamerstukken: 34469)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2016, Stb. 2016, 507 (uitgifte: 16-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
In deze wet wordt verstaan onder:
- a.
accountant: accountant als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het accountantsberoep of een externe accountant die een wettelijke auditor is als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, van de richtlijn, die in een andere lidstaat is toegelaten tot het verrichten van controles als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van de richtlijn en die beschikt over een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 54 van de Wet op het accountantsberoep;
- b.
Autoriteit Financiële Markten: de Stichting Autoriteit Financiële Markten;
- c.
betrokkene: degene jegens wie een klacht is ingediend op grond van artikel 22 van deze wet;
- d.
beroepsorganisatie: de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep;
- e.
het College: het College van Beroep voor het bedrijfsleven;
- f.
klager: degene die jegens betrokkene een klacht heeft ingediend op grond van artikel 22 van deze wet;
- g.
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
- h.
Onze Ministers: Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie;
- i.
registers: het register, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties en het accountantsregister, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het accountantsberoep.