AB 2016/214
In een zaak als deze, waarin de vraag voorligt in hoeverre de waardevermindering van een woning als gevolg van woningbouw op een inbreidingslocatie voor vergoeding in aanmerking komt, kan een drempel van 5% van de waarde van de woning voorafgaande aan de schadeveroorzakende gebeurtenis worden gehanteerd.
ABRvS 01-07-2015, ECLI:NL:RVS:2015:2071, m.nt. G.M. van den Broek en M.K.G. Tjepkema
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
1 juli 2015
- Magistraten
Mrs. J.E.M. Polak, J.C. Kranenburg, A. Hammerstein
- Zaaknummer
201407170/1/A2
- Noot
G.M. van den Broek en M.K.G. Tjepkema
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923774:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:2071, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 01‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
In een zaak als deze, waarin de vraag voorligt in hoeverre de waardevermindering van een woning als gevolg van woningbouw op een inbreidingslocatie voor vergoeding in aanmerking komt, kan een drempel van 5% van de waarde van de woning voorafgaande aan de schadeveroorzakende gebeurtenis worden gehanteerd.
Samenvatting
Schade die behoort tot het normaal maatschappelijk risico moet redelijkerwijs ten laste blijven van de verzoeker om een tegemoetkoming. Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 5 december 2012 in zaak nr. 201112232/1/T1/A2 is het in beginsel met het oog op de uniformiteit en de voorspelbaarheid van de eventuele ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.