NJ 1924, p. 491
Scheiding van tafel en bed. Buitensporigheden. Drankmisbruik. Twistscènes. Aanleiding gegeven door de wederpartij. Passeering aangeboden bewijs. Getuigenverklaringen. Vatbaarheid voor waarneming.
HR 21-02-1924, ECLI:NL:HR:1924:67
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 februari 1924
- Magistraten
Mrs. Bosch, Hesse, Jhr. Feith, Ort en van Gelein Vitringa
- Zaaknummer
[21021924/NJ_1924,_p._491]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS150219:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1924:67, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑02‑1924
- Wetingang
(BW art. 288, 1944; Rv art. 199.)
Essentie
Scheiding van tafel en bed. Buitensporigheden. Drankmisbruik. Twistscènes. Aanleiding gegeven door de wederpartij. Passeering aangeboden bewijs. Getuigenverklaringen. Vatbaarheid voor waarneming.
Samenvatting
Het Hof heeft kennelijk geoordeeld, dat de gebleken feiten, bezien in het licht der omstandigheden, waaronder zij waren gepleegd, niet het karakter droegen van buitensporigheden en grove beleedigingen als bij de wet voor de toewijzing van scheiding van tafel en bed vereischt en het heeft mitsdien noch de bij het middelbeweerde compensatietheorie toegepast, noch van het betere gedrag van den man op andere tijdstippen in verband met die omstandigheden melding gemaakt. In zooverre mist het cassatie-middel, feitelijken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.