Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2016/680 bescherming natuurlijke personen i.v.m. verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op voorkoming, onderzoek, opsporing en vervolging van strafbare feiten of tenuitvoerlegging van straffen, en vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ
Artikel 52 Recht om een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit
Geldend
Geldend vanaf 05-05-2016
- Bronpublicatie:
27-04-2016, PbEU 2016, L 119 (uitgifte: 04-05-2016, regelingnummer: 2016/680)
- Inwerkingtreding
05-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-04-2016, PbEU 2016, L 119 (uitgifte: 04-05-2016, regelingnummer: 2016/680)
- Vakgebied(en)
Privacy / Algemeen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Onverminderd andere mogelijkheden van administratief beroep of een voorziening in rechte voorzien de lidstaten erin dat iedere betrokkene het recht heeft een klacht in te dienen bij één toezichthoudende autoriteit, indien de betrokkene van mening is dat de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens inbreukmaakt op de krachtens deze richtlijn vastgestelde bepalingen.
2.
De lidstaten schrijven voor dat, indien de klacht niet is ingediend bij de toezichthoudende autoriteit die bevoegd is op grond van artikel 45, lid 1, de toezichthoudende autoriteit waarbij de klacht is ingediend deze zonder onnodige vertraging aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit doorzendt. De betrokkene wordt van de doorzending in kennis gesteld.
3.
De lidstaten schrijven voor dat de toezichthoudende autoriteit waarbij de klacht is ingediend, op verzoek van de betrokkene verdere bijstand verleent.
4.
De betrokkene wordt door de bevoegde toezichthoudende autoriteit op de hoogte gehouden van de vooruitgang en het resultaat van de klacht, alsook van de mogelijkheid van een voorziening in rechte uit hoofde van artikel 53.