NJ 1931, p. 1238
Het Lingeriehuis en N. V. van Heuzen’s Lingeriehuis. Laatstgenoemde veroordeeld het woord „huis" uit haren handelsnaam te doen verdwijnen. Klacht over motiveering.
HR 08-06-1931, ECLI:NL:HR:1931:183
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 1931
- Magistraten
(Mrs. Taverne, Schepel, de Menthon Bake, Fick, Meckmann.)
- Zaaknummer
[08061931/NJ_1931,_p._1238]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS152360:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1931:183, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑1931
- Wetingang
(Hnw art. 5; Rv art. 398-429.)
Essentie
Het Lingeriehuis en N. V. van Heuzen’s Lingeriehuis. Laatstgenoemde veroordeeld het woord „huis" uit haren handelsnaam te doen verdwijnen. Klacht over motiveering.
Samenvatting
De rechter kon, nu de overige punten vaststonden, zich bepalen tot het onderzoek, of bij het publiek verwarring tusschen de beide handelszaken te duchten was.
De vereischte redelijke vrees voor verwarring kon, zonder schennis van art. 5 Hn.wet, steunen op den enkelen grond, dat het mogelijk karakteristieke in een wettig gevoerden handelsnaam, door de Rechtb. toegekend aan het woord „Lingeriehuis", door een andere handelszaak in haren naam wordt overgenomen, zonder dat het noodig is, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.