Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de privileges en immuniteiten van het Internationaal Strafhof
Artikel 20 Slachtoffers
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2004
- Bronpublicatie:
09-09-2002, Trb. 2004, 55 (uitgifte: 23-03-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-08-2008, Trb. 2008, 160 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Slachtoffers die deelnemen aan de procedure overeenkomstig de Regels 89 tot en met 91 van het Reglement van proces- en bewijsvoering genieten de volgende voorrechten, immuniteiten en faciliteiten voor zover benodigd voor hun verschijning voor het Hof, met inbegrip van de tijd besteed aan reizen in verband met hun verschijning, mits het in het tweede lid van dit artikel bedoelde document wordt overgelegd:
- a.
Immuniteit van arrestatie en detentie;
- b.
Immuniteit van inbeslagname van hun persoonlijke bagage, tenzij gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de bagage artikelen bevat waarvan de invoer of uitvoer bij wet verboden is of waarop de quarantainevoorschriften van de desbetreffende Staat die Partij is van toepassing zijn;
- c.
Immuniteit van enigerlei rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen tijdens hun verschijning voor het Hof gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen; deze immuniteit blijft ook gelden na hun verschijning voor het Hof;
- d.
Vrijstelling van inreisbeperkingen en vreemdelingenregistratie wanneer zij ten behoeve van hun verschijning naar en van het Hof reizen.
2.
Aan slachtoffers die deelnemen aan de procedure overeenkomstig de Regels 89 tot en met 91 van het Reglement van proces- en bewijsvoering en de in het eerste lid van dit artikel bedoelde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten genieten, wordt door het Hof een document uitgereikt waaruit hun deelname aan de procedures van het Hof blijkt en waarin het tijdsbestek van die deelname wordt vermeld.