NJ 2015/171
Niet opvolgen verwijderingsbevel is overtreding APV Den Haag.
HR 16-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3639, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 december 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma, N. Jörg, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/02972
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Noot
M.J. Borgers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS161967:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3639, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1719, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2013
- Wetingang
Essentie
Het niet opvolgen van een verwijderingsbevel is een overtreding van art. 2:1 lid 2 APV Den Haag, ook al is noch in de APV noch elders aan de politieambtenaar uitdrukkelijk de bevoegdheid verleend zo’n bevel te geven. Het verschil in dit opzicht met een strafvervolging ter zake van art. 184 Sr laat zich mede hierdoor verklaren dat de Gemeentewet de bevoegdheid van de raad tot het strafbaar stellen van feiten heeft beperkt tot overtredingen. Indien het niet opvolgen van een op een APV-bepaling gegrond bevel van de politieambtenaar zonder het vereiste van een uitdrukkelijke bevelsbevoegdheid het misdrijf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.