RvdW 2010/940
Antilliaanse zaak. Mishandeling door politieambtenaar levert “foltering” op. Vonnis dient inhoud bewijsmiddelen te bevatten
HR 13-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BJ8669
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
08/02498 A
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BJ8669
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BJ8669, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BJ8669, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2010
Conclusie, Hoge Raad (Procureur-Generaal), 22‑09‑2009
- Wetingang
Sv BES art. 402 lid 1, lid 7; EVRM art. 3; Goedkeuringsrijkswet Anti-folterverdrag art. 2 lid 1
Essentie
Antilliaanse zaak.
1. De voor foltering vereiste ernst van de mishandeling heeft in art. 2, eerste lid, Uitvoeringslandsverordening folteringverdrag uitdrukking gevonden in de omstandigheden waaronder en oogmerken waarmee het delict wordt begaan en de voorwaarde dat de gedragingen naar hun aard het beoogde doel – van de van zijn vrijheid beroofde persoon inlichtingen of een bekentenis te verkrijgen, hem te bestraffen, hem of een ander vrees aan te jagen of te dwingen iets te doen of te dulden, of uit minachting voor diens aanspraken op menselijke gelijkwaardigheid - kunnen bevorderen. Daarbij geldt dat de ernst van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.