NJB 2016/2133
Verlening omgevingsvergunning voor de bouw van een bioscoop. De vraag of van ongeoorloofde staatssteun sprake is, kan in een procedure over een omgevingsvergunning met toepassing van art. 2.12 lid 1 onderdeel a onder 1° Wabo slechts aan de orde komen in het kader van de vraag of staatssteun mogelijk een beletsel vormt voor de financieel-economische uitvoerbaarheid van het bouwplan. Nu appellerende concurrenten niet in de onmiddellijke nabijheid zijn gevestigd van het perceel waarop de vergunning ziet, stuit hetgeen zij over de economische uitvoerbaarheid hebben aangevoerd af op het relativiteitsvereiste en wordt niet toegekomen aan de vervolgvraag of zij zich in het kader van het onderzoek naar de financieel-economische uitvoerbaarheid kunnen beroepen op schending van regels inzake staatssteun. Met deze afdoening wordt voldaan aan de eisen die het Unierecht stelt aan de toepassing van het nationaal procesrecht in Unierechtelijke zaken
ABRvS 09-11-2016, ECLI:NL:RVS:2016:2975
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
9 november 2016
- Magistraten
Mrs. Slump, Van der Beek-Gillessen, Daalder
- Zaaknummer
201504956/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Fiscale staatssteun
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Milieuprivaatrecht
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Omgevingsrecht / Inrichtingen en vergunningen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:2975, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 09‑11‑2016
- Wetingang
(art. 107, 108 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; art. 8:69a Awb; art. 2.12 lid 1 onderdeel a onder 1° Wabo)
Essentie
Verlening omgevingsvergunning voor de bouw van een bioscoop. De vraag of van ongeoorloofde staatssteun sprake is, kan in een procedure over een omgevingsvergunning met toepassing van art. 2.12 lid 1 onderdeel a onder 1° Wabo slechts aan de orde komen in het kader van de vraag of staatssteun mogelijk een beletsel vormt voor de financieel-economische uitvoerbaarheid van het bouwplan. Nu appellerende concurrenten niet in de onmiddellijke nabijheid zijn gevestigd van het perceel waarop de vergunning ziet, stuit hetgeen zij over de economische uitvoerbaarheid hebben aangevoerd af op het relativiteitsvereiste en wordt niet toegekomen aan de vervolgvraag of zij zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.