Hof Arnhem-Leeuwarden, 06-05-2013, nr. 24-001373-12
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ9376
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
06-05-2013
- Zaaknummer
24-001373-12
- LJN
BZ9376
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ9376, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 06‑05‑2013; (Hoger beroep)
Uitspraak 06‑05‑2013
Inhoudsindicatie
Belaging, art 285b Sr. Vrijspraak. Telefonisch, sms- en chatcontact. Het initiatief tot het opnemen van contact ging van zowel verdachte als aangeefster uit. Als het initiatief bij verdachte lag, beantwoordde aangeefster dit contact. Niet is komen vast te staan dat in die periode sprake is geweest van door verdachte gezocht contact waaraan een wederrechtelijk karakter moet worden toegekend. Nadat aangeefster verdachte via een mailbericht had laten weten haar met rust te laten heeft verdachte desondanks contact gezocht. In aanmerking genomen de inhoud en de aard van de contacten in de periode voorafgaand aan het mailbericht kan niet worden gezegd dat verdachte opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster.
Partij(en)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
locatie Leeuwarden
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 24-001373-12
Uitspraak d.d.: 6 mei 2013
TEGENSPRAAK
(Promis)
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 30 mei 2012 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1966],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 april 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vernietiging van het vonnis, bewezenverklaring van het ten laste gelegde en veroordeling ter zake van dit feit tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dat inhoudt behandeling bij JusTact of De Tender of een soortgelijke instelling.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. I.M. Weijers, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 25 september 2010 te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], en/of te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, (telkens) met het oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, hierin bestaande, dat verdachte in voornoemde periode die [slachtoffer] meermalen heeft gebeld en/of sms-berichten en/of msn-berichten naar die [slachtoffer] heeft gestuurd en/of die [slachtoffer] meermalen, althans éénmaal heeft opgezocht.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verdachte vanaf 2004 telefonisch, sms- en chatcontact heeft gehad met [slachtoffer]. Dit contact was aanvankelijk zeer intensief en kende ook een intieme inhoud. Later waren er ook periodes waarin geen contact was tussen verdachte en [slachtoffer]. Het initiatief tot het opnemen van contact ging dan van een van beiden uit, waarna weer contact tot stand kwam. Als het initiatief bij verdachte lag, beantwoordde [slachtoffer] dit contact. Niet is komen vast te staan dat in die periode sprake is geweest van door verdachte gezocht contact waaraan een wederrechtelijk karakter moet worden toegekend.
Een en ander heeft voortgeduurd tot augustus 2010. Op 19 augustus 2010 heeft [slachtoffer] in een mailbericht aan verdachte laten weten dat zij voorlopig niet gediend was van contact met verdachte. Zij schrijft daarin dat verdachte haar een flinke tijd met rust moet laten en dat de tijd dat ze zich zo liet gebruiken voorgoed voorbij is. Desondanks heeft verdachte contact gezocht met verdachte via sms - waarop [slachtoffer] niet heeft gereageerd - en is hij twee keer in de omgeving van haar woning geweest, op 26 augustus 2010 en op 25 september 2010, waarna verdachte is aangehouden.
Naar het oordeel van het hof kan van deze pogingen tot het zoeken van contact met [slachtoffer], in aanmerking genomen de context van de contacten in de aan 19 augustus 2010 voorafgaande periode, niet worden gezegd dat verdachte stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer].
Daarom zal verdachte van het ten laste gelegde worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. E. de Witt, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. W.M. van Schuijlenburg, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers, griffier,
en op 6 mei 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.