Einde inhoudsopgave
Besluit politiegegevens
Artikel 5:5 Rechtstreeks geautomatiseerde doorzending politiegegevens binnen de EU (artikel 15a, tweede lid)
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2021
- Bronpublicatie:
14-09-2021, Stb. 2021, 446 (uitgifte: 30-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-09-2021, Stb. 2021, 446 (uitgifte: 30-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht / Algemeen
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Informatierecht / ICT
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
Doorzending van politiegegevens betreffende de voorkoming en opsporing van strafbare feiten, aan politieautoriteiten in een andere lidstaat van de Europese Unie kan rechtstreeks plaatsvinden door middel van de geautomatiseerde vergelijking van de categorieën van politiegegevens, bedoeld in het tweede lid.
2.
De vergelijking van gegevens, bedoeld in het eerste lid, vindt plaats in afzonderlijke gevallen en betreft dactyloscopische gegevens.
3.
Indien bij de gegevensvergelijking wordt vastgesteld dat gegevens overeenkomen dan worden uitsluitend de overeenkomende gegevens doorgezonden. Voor doorzending van nadere, met betrekking tot de overeenkomende gegevens beschikbare persoon- of zaaksgegevens is een verzoek, als bedoeld in artikel 5.1.1 van het Wetboek van Strafvordering, vereist. De verdere verwerking van de doorgezonden politiegegevens is uitsluitend toegestaan met het oog op:
- a.
de vaststelling of de vergeleken profielen overeenstemmen;
- b.
de voorbereiding en indiening van een verzoek om rechtshulp;
- c.
de protocollering van de gegevens.
Na afloop van de gegevensvergelijking worden de doorgezonden gegevens onverwijld gewist, tenzij verdere verwerking noodzakelijk is ten behoeve van de doelen, als bedoeld in onderdeel b of c.
4.
De doorzending vindt uitsluitend plaats aan ambtenaren die werkzaam zijn bij daartoe aangewezen nationale politiële contactpunten en die zijn geautoriseerd voor de geautomatiseerde vergelijking van de politiegegevens. De lijst van ambtenaren, die zijn geautoriseerd tot de geautomatiseerde bevraging of vergelijking als bedoeld in het eerste lid, wordt desgevraagd ter beschikking gesteld aan de andere lidstaten en aan de Autoriteit persoonsgegevens.
5.
Artikel 23, vierde lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing.