Einde inhoudsopgave
Wet toezicht effectenverkeer 1995
Artikel 28 [Niet naleving van regels]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
20-11-2006, Stb. 2006, 605 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30658)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Stb. 2006, 664 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Indien Onze Minister vaststelt dat een instelling waarvan effecten zijn aangeboden of zullen worden aangeboden, degene die deze effecten aanbiedt, een bieder, bestuurder, commissaris of functionaris als bedoeld in artikel 6a, derde lid, een effecteninstelling, niet zijnde een instelling als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder h, i of j, of een instelling als bedoeld in artikel 18a, eerste lid, de bij of krachtens de artikelen 3, eerste en vierde lid, 4, 5 eerste lid, tweede volzin, aanhef en onderdelen b en c, en derde lid, 5a, eerste en vierde lid, 6a, tweede en derde lid, 6b, 11, eerste lid, 18a, eerste lid, 18b, tweede lid, onderscheidenlijk de in hoofdstuk XII gestelde regels niet naleeft, vestigt hij daarop de aandacht van de betrokkene.
2.
Zonodig doet Onze Minister de mededeling, bedoeld in het eerste lid, vergezeld gaan van dan wel volgen door een aanwijzing om ten aanzien van met name aan te geven punten een bepaalde gedragslijn te volgen met het oog op een adequate functionering van de effectenmarkten of de positie van de beleggers op die markten.
3.
Degene tot wie de in het tweede lid bedoelde aanwijzing is gericht volgt deze aanwijzing op binnen een door Onze Minister te bepalen termijn.