Einde inhoudsopgave
Wet publieke gezondheid
Artikel 68f [Laboratorium voor onderzoek publieke gezondheid BES]
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2018
- Bronpublicatie:
21-03-2018, Stb. 2018, 94 (uitgifte: 05-04-2018, kamerstukken: 34797)
- Inwerkingtreding
01-08-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2018, Stb. 2018, 224 (uitgifte: 20-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Crisismanagement
1.
Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie, een laboratorium aanwijzen voor het verrichten van onderzoek ten behoeve van de publieke gezondheid en justitie in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
2.
De volgende instanties kunnen een beroep doen op de organisatie, bedoeld in het eerste lid: de geneeskundige, bedoeld in artikel 68c, eerste lid, de inspectie, het RIVM en het openbaar ministerie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
3.
De aanwijzing wordt ingetrokken, indien de organisatie naar het gezamenlijk oordeel van Onze Minister en de Minister van Veiligheid en Justitie niet meer in staat blijkt te zijn het laboratoriumonderzoek naar behoren te vervullen dan wel een publiek belang dit vereist.
4.
De organisatie, bedoeld in het eerste lid, stelt jaarlijks vóór 1 juli een verslag op van zijn werkzaamheden, alsmede de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkzaamheden en werkwijze in het afgelopen jaar. Het verslag wordt aan Onze Minister gezonden.
5.
De werknemers van de organisatie, bedoeld in het eerste lid, zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hun bij het verrichten van hun werkzaamheden bekend is geworden, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot bekendmaking verplicht of uit de uitvoering van de krachtens deze wet opgelegde taak de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.