Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 136a [Schipper. Opvarende. Schepeling. Commandant]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1983
- Bronpublicatie:
14-05-1980, Stb. 1980, 233 (uitgifte: 01-01-1980, kamerstukken: 15943 )
- Inwerkingtreding
01-01-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-1982, Stb. 1982, 675 (uitgifte: 01-01-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Wordt verstaan:
onder schipper: elke gezagvoerder van een Nederlands schip of zeevissersschip of degene die deze vervangt;
onder opvarende: ieder ander die zich aan boord van een Nederlands schip of zeevissersschip bevindt; opvarende blijft wie buiten het rijk in Europa het vaartuig gedurende de reis tijdelijk verlaat;
onder schepeling: ieder die zich als scheepsofficier of scheepsgezel aan boord van een Nederlands schip of zeevissersschip bevindt;
onder gezagvoerder van een luchtvaartuig: elke gezagvoerder van een Nederlands burgerlijk luchtvaartuig of degene die deze vervangt.
2.
Wordt begrepen:
onder schipper: hij die de leiding heeft op een door Ons aangewezen installatie ter zee;
onder opvarende: ieder ander die zich op zulk een installatie bevindt.
3.
Het in de voorgaande leden bepaalde geldt niet, wanneer uit enige bepaling een andere betekenis blijkt.
4.
Onder commandant wordt verstaan de bevelhebber van een Nederlands oorlogsschip of een Nederlands militair luchtvaartuig.