Einde inhoudsopgave
Wet op de Sociaal-Economische Raad
Artikel 38 [Ontwerpverordeningen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 176 (uitgifte: 09-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Tenzij naar zijn oordeel dringende redenen zich daartegen verzetten, geeft de Raad kennis van de ontwerpen van verordeningen welke algemeen bindende regelen inhouden, in de Staatscourant en geeft hij gedurende vier weken gelegenheid daartegen schriftelijk bedenkingen aan te voeren.
2.
Over de vaststelling van verordeningen beraadslaagt en beslist de Raad in het openbaar.
3.
Verordeningen als bedoeld in het eerste lid behoeven de goedkeuring van Onze betrokken Ministers.