Einde inhoudsopgave
Landsverordening overdrachtsbelasting [Aruba]
Artikel 3a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
20-12-2022, Afkondigingsblad van Aruba 2022, 161 (uitgifte: 21-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2022, Afkondigingsblad van Aruba 2022, 161 (uitgifte: 21-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Onder economische eigendom wordt verstaan een samenstel van rechten en verplichtingen met betrekking tot onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen, dat een belang bij die zaken of rechten vertegenwoordigt. Het belang omvat ten minste enig risico van waardeverandering en komt toe aan een ander dan de eigenaar of beperkt gerechtigde. Onder de verkrijging van de economische eigendom van onroerende zaken of van rechten waaraan deze zijn onderworpen, wordt mede verstaan de verkrijging van een samenstel van rechten en verplichtingen dat een belang als hiervoor bedoeld vertegenwoordigt bij een bestanddeel van een onroerende zaak dat zelfstandig aan een recht kan worden onderworpen, dan wel bij een recht waaraan een onroerende zaak kan worden onderworpen. De verkrijging van uitsluitend het recht op levering wordt niet aangemerkt als verkrijging van economische eigendom.
2.
De belasting wordt mede geheven op de verkrijging van aandelen in een rechtspersoon, waarvan de bezittingen op het tijdstip van de verkrijging ten minste 30% bestaan uit in Aruba gelegen onroerende zaken, mits de onroerende zaken, als geheel genomen, op dat tijdstip of op enig tijdstip in het voorgaande jaar geheel of hoofdzakelijk dienstbaar zijn aan het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van die onroerende zaken (fictieve onroerende zaken).
3.
Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder onroerende zaken mede verstaan fictieve onroerende zaken, rechten waaraan onroerende zaken of fictieve onroerende zaken zijn onderworpen, alsmede de economische eigendom van deze zaken of rechten.
4.
Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder aandelen in een rechtspersoon mede verstaan economische deelgerechtigdheden in een maat- of vennootschap of doelvermogen.
5.
Bij regeling van de Minister kunnen nadere regels worden gesteld inzake de toepassing van dit artikel.