V-N 2022/24.10
Bewijslastverdeling bij vermindering BPM bij gebruikte kampeerauto
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 mei 2022
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Feteris, Fierstra, Van Eijsden
- Zaaknummer
19/04563
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS649561:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Standpuntbepaling
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:640, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑08‑2019
- Wetingang
art. 10 Wet BPM 1992
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat X bv haar aanspraak op het gebruik van de taxatiemethode gelet op de gedingstukken niet uitdrukkelijk en ondubbelzinnig heeft ingetrokken. X bv mag dus voor alle kampeerauto’s de taxatiemethode toepassen om de handelsinkoopwaarde te bepalen.
Samenvatting
X bv doet in 2016 BPM-aangifte voor vier Fiat Ducato kampeerauto’s. Haar taxateur baseert de handelsinkoopwaarden steeds op de afschrijving van een gesloten bestelauto van hetzelfde type en trekt hiervan de schade af. Voor drie auto’s bestaat deze schade nagenoeg alleen uit het feit dat het voormalige huurauto’s (‘ex-rentals’) zijn. Aldus voldoet X bv € 27.115 aan BPM. ...