IER 2021/25
Infineon/NXP
HR 08-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:37, m.nt. W.J.H. Leppink en A.I.P. Martens
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 januari 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/03590
- Noot
W.J.H. Leppink en A.I.P. Martens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS270581:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:37, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:696, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑07‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑08‑2019
- Wetingang
Art. 14 lid 1 en 2 EMV; art. 2.23 lid 1 BVIE
Essentie
Infineon/NXP
Samenvatting
Infineon verwijst bij de verhandeling van haar RFID-chips naar de compatibiliteit met de MIFARE-producten van NXP. Hierbij wordt een beroep gedaan op de bestemmingsexceptie die is opgenomen in onder meer artikel 14 lid 1 sub c UMV. Vraag over uitleg huidige artikel 14 UMV na wijziging door Trade Mark Reform Package. Is merkgebruik ter aanduiding van bestemming van de waar toegestaan? Is noodzakelijkheid vereist? Uitleg over merkgebruik in overeenstemming met eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. Toetsing juistheid uiting. Hoge Raad volgt niet de A-G en verwijst niet naar Hof van Justitie, maar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.