Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 33 Mechanisme ter voorkoming van overlappende of tegenstrijdige regels
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 600/2014)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 600/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Commissie wordt door de ESMA bijgestaan bij het monitoren en het opstellen, ten minste eenmaal per jaar, van een rapport ten behoeve van het Europees Parlement en de Raad over de internationale toepassing van de in de artikelen 28 en 29 vervatte beginselen, in het bijzonder met betrekking tot potentieel overlappende of tegenstrijdige vereisten met betrekking tot marktdeelnemers, en zij beveelt mogelijke maatregelen aan.
2.
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarbij zij verklaart dat het wettelijke kader, het toezichtskader en het handhavingskader van het bewuste derde land:
- a)
gelijkwaardig zijn aan de uit de artikelen 28 en 29 voortvloeiende vereisten;
- b)
waarborgen inzake het beroepsgeheim bieden die gelijkwaardig zijn aan de in deze verordening vervatte waarborgen;
- c)
doeltreffende op een billijke en niet-vertekenende wijze worden toegepast en gehandhaafd, zodat effectief toezicht en effectieve handhaving in dat derde land zijn gewaarborgd.
Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 51 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
3.
Een uitvoeringshandeling inzake gelijkwaardigheid als bedoeld in lid 2 heeft tot doel dat tegenpartijen die een onder deze verordening vallende transactie aangaan, geacht worden de in de artikelen 28 en 29 neergelegde verplichtingen te hebben vervuld indien ten minste één van de tegenpartijen in dat derde land gevestigd is en de tegenpartijen voldoen aan het wettelijke kader, het toezichtskader en het handhavingskader van het desbetreffende derde land.
4.
De Commissie houdt in samenwerking met de ESMA toezicht op de doeltreffende uitvoering door de derde landen ten aanzien waarvan een uitvoeringshandeling inzake gelijkwaardigheid is vastgesteld, van de vereisten die gelijkwaardig zijn aan de in de artikelen 28 en 29 vervatte vereisten en brengt regelmatig — en ten minste jaarlijks — verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad.
Indien uit het verslag blijkt dat de autoriteiten van een derde land bij het toepassen van de gelijkwaardige vereisten duidelijk tekortschieten of inconsistent zijn, kan de Commissie de erkenning van het als gelijkwaardig aangemerkte wettelijke kader van het derde land in kwestie binnen 30 kalenderdagen na de presentatie van het verslag intrekken. Indien de uitvoeringshandeling inzake gelijkwaardigheid wordt ingetrokken, zijn transacties van tegenpartijen automatisch opnieuw aan alle in de artikelen 28 en 29 van deze verordening vastgestelde vereisten onderworpen.