NJB 2013/679:Staat een – Wamil-uitkering genietende – vakkenvuller die een vergoeding van € 0,80 bruto per uur ontvangt in een privaatrechtelijke dienstbetrekking? Aanvraag vervoersvoorziening. Begrip werknemer. I.c. staat cassatieberoep open tegen uitspraak van de CRvB. Reikwijdte beoordeling in cassatie. Voor de beoordeling of sprake is van een verplichting tot loonbetaling – in het kader van de beoordeling of sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking – is de hoogte van de beloning niet relevant (anders: CRvB). HR grijpt vervolgens door en oordeelt dat i.c. toch geen sprake is van een dienstbetrekking omdat niet kan worden gezegd dat op belanghebbende de verplichting rustte om in het kader van een gezagsverhouding gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Dit laatste verdient – in het licht van het feit dat de CRvB een (ander) oordeel had gegeven inzake het element ‘gezagsverhouding’ – opmerking om twee redenen: (i) procedureel: de wederpartij had geen (incidenteel) beroep in cassatie ingesteld en nochtans gaat de Hoge Raad in op het element ‘gezagsverhouding’, en (ii) inhoudelijk: in het oordeel van de Hoge Raad ter zake lijkt besloten te liggen dat de CRvB een onjuiste maatstaf heeft aangelegd inzake het element ‘gezagsverhouding’