HR, 14-06-2022, nr. 20/02561
ECLI:NL:HR:2022:864
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14-06-2022
- Zaaknummer
20/02561
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2022:864, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑06‑2022; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2020:2285
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2022:366
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2020:2285
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2022:366
- Vindplaatsen
Uitspraak 14‑06‑2022
Inhoudsindicatie
(feitelijk leidinggeven aan) valsheid in geschrift en opzettelijk gebruik maken van dat geschrift, meermalen gepleegd (art. 225.1 en 2 Sr), voortgezette handeling (art. 56. 2 Sr). Middel klaagt dat hof ten onrechte art. 57 Sr en niet art. 56.2 Sr heeft toegepast. HR: art. 81 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02561
Datum 14 juni 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 17 augustus 2020, nummer 23-002646-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het cassatiemiddel
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 juni 2022.