Einde inhoudsopgave
Wet explosieven voor civiel gebruik
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 21-10-2016
- Bronpublicatie:
05-10-2016, Stb. 2016, 374 (uitgifte: 20-10-2016, kamerstukken: 34448)
- Inwerkingtreding
21-10-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-10-2016, Stb. 2016, 374 (uitgifte: 20-10-2016, kamerstukken: 34448)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
1.
De toestemming, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b, en tweede lid, dient te worden aangevraagd door de voor de overbrenging verantwoordelijke persoon. Deze voegt bij zijn aanvraag de in artikel 11, vijfde lid, eerste alinea, van richtlijn 2014/28/EU bedoelde gegevens. De toestemming wordt verleend door Onze Minister.
2.
De gegevens, genoemd in artikel 11, vijfde lid, onderdeel a, van richtlijn 2014/28/EU zijn voldoende gedetailleerd om het voor Onze Minister mogelijk te maken om:
- a.
met de betrokken marktdeelnemers contact op te nemen; en
- b.
de bevestiging te krijgen dat de betrokken marktdeelnemers gemachtigd zijn om de zending in ontvangst te nemen.
3.
Voor de overbrenging van explosieven binnen Nederland wordt, indien die overbrenging in een andere lidstaat van de Europese Unie eindigt, het als bijlage bij beschikking nr. 2004/388/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 april 2004 (PbEU L 120) opgenomen document als model gehanteerd voor de toestemming.
4.
Onze Minister kan regels stellen met betrekking tot het melden van de overbrenging van explosieven.
5.
De artikelen 11, tweede lid, onder a, en derde lid, en 12 zijn van overeenkomstige toepassing.
6.
Op een wijziging van de in het tweede lid genoemde beschikking is artikel 11, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.