NJ 1949/548
Taak van B. R. v. C. als cassatierechter in verband met het volkenrecht. Berechting voor ander oorlogsmisdrijf als waarvoor uitlevering was verkregen. Hulpverlenen aan den vijand. Oorlogs- en vredesspionnage. Toepasselijkheid van art. 31 Landoorlogreglement.
Bijzondere Raad van Cassatie 27-06-1949, ECLI:NL:XX:1949:33, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Bijzondere Raad van Cassatie
- Datum
27 juni 1949
- Magistraten
Mrs Prof. Dr Verzijl, Scholten, Prof. Dr Kernkamp, Lt. Kol. van Driest, Halbertsma, plv
- Zaaknummer
[27061949/NJ_1949-548]
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS108942:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1949:33, Uitspraak, Bijzondere Raad van Cassatie, 27‑06‑1949
- Wetingang
Essentie
Taak van B. R. v. C. als cassatierechter in verband met het volkenrecht. Berechting voor ander oorlogsmisdrijf als waarvoor uitlevering was verkregen. Hulpverlenen aan den vijand. Oorlogs- en vredesspionnage. Toepasselijkheid van art. 31 Landoorlogreglement.
Samenvatting
Art. 99 sub 2° der Wet R.O. moet geacht worden t.a.v. de taak van den Bijz. Raad van Cassatie een uitbreiding te hebben ondergaan in dien zin, dat hem is opgedragen, de sententies der bijz. gerechtshoven eventueel ook te toetsen aan de in aanmerking komende, voor hun rechtspraak beslissende, normen van internationaal recht.
Wat er ook zij van de betekenis van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.