HR, 08-10-2010, nr. 10/00596
ECLI:NL:HR:2010:BN1412
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
08-10-2010
- Zaaknummer
10/00596
- Conclusie
Mr. De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BN1412
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2010:BN1412, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑10‑2010; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BN1412
ECLI:NL:PHR:2010:BN1412, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2010
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BN1412
- Vindplaatsen
Uitspraak 08‑10‑2010
Inhoudsindicatie
Familierecht. Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige; verwerping cassatieberoep wegens verstrijken geldigheid van de rechterlijke beschikking met betrekking tot de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing.
8 oktober 2010
Eerste Kamer
10/00596
DV/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De moeder],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
STICHTING BUREAU JEUGDZORG HAAGLANDEN,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en Bureau Jeugdzorg.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 332776/JE RK 09-624 van de rechtbank 's-Gravenhage van 14 april 2009;
b. de beschikking in de zaak 200.038.135.01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 18 november 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het aanvullend verzoekschrift zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
Bureau Jeugdzorg heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de moeder in haar cassatieberoep.
3. Beoordeling van het cassatieberoep
Bij beschikking van 14 april 2009 heeft de rechtbank op verzoek van Bureau Jeugdzorg de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige verlengd van 19 april 2009 tot 19 april 2010.
Bij beschikking van 18 november 2009 heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, met afwijzing van het in hoger beroep meer of anders verzochte.
De moeder heeft cassatieberoep ingesteld tegen de beschikking van het hof.
Aangezien de geldigheidsduur van de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing reeds op 19 april 2010 is verstreken, heeft de moeder geen belang meer bij haar cassatieberoep.
Het cassatieberoep zal wegens gebrek aan belang worden verworpen (vgl. HR 9 juli 2010, nr. 09/02434, LJN BM2337).
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 oktober 2010.
Conclusie 09‑07‑2010
Mr. De Vries Lentsch-Kostense
Partij(en)
Conclusie inzake
[De moeder]
tegen
de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden
Inleiding
1.
In deze zaak wordt in cassatie opgekomen tegen de beschikking van het gerechtshof 's‑Gravenhage van 18 november 2009 waarin het hof de beschikking van de rechtbank 's‑Gravenhage van 14 april 2009 heeft bekrachtigd, met afwijzing van het in hoger beroep meer of anders verzochte. In genoemde beschikking van de rechtbank is op verzoek van thans verweerster in cassatie, de Stichting Bureau Jeugdzorg, de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de zoon], geboren op [geboortedatum] 2004, zoon van thans verzoekster tot cassatie (verder: de moeder) en [betrokkene 1], verlengd van 19 april 2009 tot 19 april 2010. Het hof heeft vastgesteld dat in hoger beroep de uithuisplaatsing in geschil is en niet de ondertoezichtstelling.
2.
De moeder heeft — tijdig — cassatieberoep ingesteld tegen de beschikking van het hof. De moeder heeft voorts een aanvullend cassatieverzoekschrift ingediend. De Stichting Bureau Jeugdzorg heeft geen verweerschrift ingediend.
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep
3.
De geldigheidsduur van de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing is reeds op 19 april 2010 verstreken. Naar vaste jurisprudentie geldt dat de moeder om deze reden geen belang meer heeft bij haar cassatieberoep, zodat zij daarin niet kan worden ontvangen.
Conclusie
De conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de moeder in haar cassatieberoep.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden