NJ 1914, p. 388
HR, 29-12-1913
HR 29-12-1913, ECLI:NL:HR:1913:129
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 december 1913
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman. Raden: Mrs. A. Fentener van Vlissingen, C. O. Segers, H. Hesse en H. M. A.Savelberg.
- Zaaknummer
[291913/NJ_1914,_p._388]
- Conclusie
Mr. Tak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS118728:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1913:129, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑12‑1913
- Wetingang
(Sr art. 41.)
Samenvatting
Het Hof heeft op grond van de als vaststaande aangenomen feiten, waaruit niet blijkt, dat de beklaagde, toen hij C. te lijf ging, verdedigend optrad, doch veeleer, dat hij een aanval met een tegenaanval beantwoordde, terecht de gevolgtrekking gemaakt, dat beroep op een der in art. 41 Sr. vermelde omstandigheden-was onjuist.
Voorgaande uitspraak
[p. 389 ►]
1°.G.S., vrachtrijder, 2°. A.v.d.B., koopman, beiden geboren en wonende te Soest, requiranten van cassatie — voorzoover zij daarbij zijn veroordeeld — tegen een arrest van het Hof te Amsterdam van 12 Juni 1913, waarbij in hooger beroep, met vernietiging van een vonnis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.