Hof 's-Hertogenbosch, 10-03-2014, nr. 20-002443-13
ECLI:NL:GHSHE:2014:700
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
10-03-2014
- Zaaknummer
20-002443-13
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2014:700, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 10‑03‑2014; (Hoger beroep)
- Wetingang
Uitspraak 10‑03‑2014
Inhoudsindicatie
Bewezenverklaring opzettelijk vervoeren hennep.
Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-002443-13
Uitspraak : 10 maart 2014
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 16 juli 2013 in de strafzaak met parketnummer 01-135948-12 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van - kort gezegd - het medeplegen van het vervoeren van hennep veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien weken met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht. Voorts is de bestelauto van de verdachte verbeurd verklaard.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen.
De verdediging heeft een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 februari 2012 te Sint-Oedenrode tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 26100 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 1 februari 2012 te Sint-Oedenrode opzettelijk heeft vervoerd een hoeveelheid van 26100 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkorte arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkorte arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft tegen een in het vooruitzicht gestelde betaling een grote hoeveelheid hennep vervoerd, ruim 26 kilogram. De verdachte heeft zich daarmee als koerier begeven op het terrein van de handel in verdovende middelen. Deze handel bevordert allerlei aanverwante criminele activiteiten. Van de softdrugs zelf is bovendien bekend dat deze nadelige gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van de gebruikers.
Gelet op de oriëntatiepunten straftoemeting voor de rechterlijke macht zou een gevangenisstraf van twaalf weken als passend kunnen worden beschouwd, aangezien de hoeveelheid vervoerde hennep past bij een teelt van 850 hennepplanten. Rekening houdend met verdachtes persoonlijke omstandigheden en gelet op zijn beperkte justitiële documentatie, zonder veroordelingen ter zake van soortgelijke feiten, acht het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf echter nog niet aangewezen. Het hof zal in plaats daarvan een taakstraf voor de duur van 160 uur opleggen. Het hof acht het wel geboden om daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden op te leggen met een proeftijd van twee jaar. Met oplegging van een gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Anders dan de verdediging heeft betoogd, acht het hof het vervoer van hennep niet minder strafwaardig dan het telen ervan. De wetgever maakt dat onderscheid ook niet.
Beslag
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven bestelauto, merk Ford, kenteken
[kenteken], volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het ten laste gelegde en bewezen verklaarde is begaan.
Het hof zal bepalen, voor het geval het verbeurd verklaarde meer zal opbrengen dan het in het dictum vastgestelde bedrag, dat het verschil aan de verdachte wordt vergoed, teneinde te voorkomen dat de verdachte onevenredig zou worden getroffen. Zodoende houdt het hof tevens rekening met de draagkracht van de verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 80 (tachtig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Bestelauto, merk Ford, kenteken [kenteken] (goednr. 387590).
Bepaalt dat in het geval het verbeurd verklaarde meer zal opbrengen dan € 2.500,00, het verschil aan de verdachte wordt vergoed.
Aldus gewezen door
mr. O.A.J.M. Lavrijssen, voorzitter,
mr. W.E.C.A. Valkenburg en mr. E.A.A.M. Pfeil, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. van den Munckhof, griffier,
en op 10 maart 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. W.E.C.A. Valkenburg is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.