V-N 2020/27.34.2
Rijnvarende heeft geen recht op voorkoming van dubbele belasting
HR 29-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:880
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 mei 2020
- Zaaknummer
19/04465
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:880, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑2020
- Wetingang
art. 13 Verordening (EEG) nr. 883/2004
Essentie
Hof Den Haag oordeelt dat Rijnvarende X geen recht heeft op voorkoming van dubbele belasting. X maakt niet aannemelijk dat hij in 2013 is onderworpen aan een IB-(voor)heffing op Cyprus. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 lid 1 Wet RO).
Samenvatting
X woont in 2013 in Nederland en werkt op een tot de Rijnvaart behorend binnenvaartschip. Van 1 januari tot 31 juli is X in loondienst bij een op Cyprus gevestigde vennootschap en van 1 augustus tot 31 december bij een in Liechtenstein gevestigde vennootschap. Door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.