Einde inhoudsopgave
Wet kinderopvang
Artikel 1.5
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
10-02-2021, Stb. 2021, 101 (uitgifte: 01-03-2021, kamerstukken: 35610)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-05-2021, Stb. 2021, 246 (uitgifte: 02-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
Een ouder heeft aanspraak op een kinderopvangtoeslag in de door hem of zijn partner betaalde kosten, indien het betreft:
- a.
kinderopvang in een geregistreerd kindercentrum; of
- b.
gastouderopvang in een geregistreerde voorziening voor gastouderopvang.
2.
Indien het ouderparticipatieopvang in een ouderparticipatiecrèche betreft, heeft de ouder in de aanloopperiode, bedoeld in artikel 1.60b, in afwijking van het eerste lid, geen aanspraak op kinderopvangtoeslag.
3.
Een ouder en diens partner die tevens ouder is worden voor de toepassing van deze wet geacht gezamenlijk één aanspraak te hebben.