Einde inhoudsopgave
Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010
- Redactionele toelichting
Deze Rijkswet is in werking getreden t.a.v.de bepalingen over onderzoek naar ongevallen en incidenten met een zeeschip dat niet in gebruik is bij de Minister van Defensie of een buitenlandse krijgsmacht.
- Bronpublicatie:
02-12-2004, Stb. 2004, 677 (uitgifte: 23-12-2004, kamerstukken: 28634)
- Inwerkingtreding
01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2009, Stb. 2009, 563 (uitgifte: 23-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
1.
De jaarrekening, waarin rekening en verantwoording wordt afgelegd van het financieel beheer en van de geleverde prestaties over het verstreken boekjaar, wordt ingericht zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van het gestelde in titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
2.
De jaarrekening gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Bij de aanwijzing van de accountant bedingt de raad dat aan Onze Minister desgevraagd inzicht wordt geboden in de controlewerkzaamheden van de accountant.
3.
De verklaring, bedoeld in het tweede lid, heeft mede betrekking op de rechtmatige inning en besteding van de middelen door de raad.
4.
De accountant voegt bij de verklaring, bedoeld in het tweede lid, tevens een verslag van zijn bevindingen over de vraag of het beheer en de organisatie van de raad voldoen aan eisen van doelmatigheid.
5.
De raad stelt de jaarrekening en de verklaring, bedoeld in het tweede lid, algemeen verkrijgbaar.