RO 2017/31
Enquêterecht. Is het verzoek van de onderzoeker aan de Ondernemingskamer om getuigen te horen, voor toewijzing vatbaar? (A/Eshuis Holding B.V.)
Hof Amsterdam 14-12-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5596
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
14 december 2016
- Magistraten
Mrs. G.C. Makkink, A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, M.M.M. Tillema
- Zaaknummer
200.168.115/01 OK
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925624:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2018:1639, Uitspraak, Hof Amsterdam, 17‑05‑2018
ECLI:NL:GHAMS:2018:1430, Uitspraak, Hof Amsterdam, 18‑04‑2018
ECLI:NL:GHAMS:2016:5596, Uitspraak, Hof Amsterdam, 14‑12‑2016
ECLI:NL:GHAMS:2015:2917, Uitspraak, Hof Amsterdam, 14‑07‑2015
ECLI:NL:GHAMS:2015:2918, Uitspraak, Hof Amsterdam, 07‑07‑2015
- Wetingang
Art. 2:352a BW, art. 166, 186 Rv
Essentie
Enquêterecht.
Is het verzoek van de onderzoeker aan de Ondernemingskamer om getuigen te horen, voor toewijzing vatbaar?
Samenvatting
Eshuis Holding heeft twee aandeelhouders, te weten Overbeek Holding (11,5%) en Perspectief (88,5%). Overbeek Holding en Perspectief vormen aanvankelijk beide het bestuur van Eshuis Holding, totdat Overbeek Holding als zodanig is ontslagen (op 29 april 2015).
De OK heeft op verzoek van Overbeek Holding bij beschikking van 7 juli 2015 een onderzoek gelast bij Eshuis Holding en een raadsheer-commissaris benoemd als bedoeld in art. 2:350 lid 4 BW. De omstandigheid dat Overbeek Holding en Perspectief een conflict ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.