Einde inhoudsopgave
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen
Artikel 10 Uitoefening rechten door minderjarigen
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2005
- Bronpublicatie:
23-06-2005, Stb. 2005, 344 (uitgifte: 05-07-2005, kamerstukken: 29764)
- Inwerkingtreding
01-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2005, Stb. 2005, 344 (uitgifte: 05-07-2005, kamerstukken: 29764)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Sociale zekerheid bijstand / Bijzondere bijstand
1.
Een minderjarige is bekwaam de rechtshandelingen te verrichten die noodzakelijk zijn om een tegemoetkoming te verkrijgen. Hij is voorts bekwaam de rechtshandelingen te verrichten die noodzakelijk zijn met betrekking tot de uitoefening, onderscheidenlijk de nakoming van de voor hem uit de toekenning van tegemoetkomingen voortvloeiende rechten en verplichtingen.
2.
Indien op grond van een inkomensafhankelijke regeling alleen meerderjarigen aanspraak op een tegemoetkoming hebben, wordt voor die regeling mede als meerderjarige aangemerkt de minderjarige met een kind of de minderjarige van wie beide ouders zijn overleden.