NJB 2022/2497
Vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Vereiste van het doen van een verzoek daartoe aan de rechter is niet in strijd met het Unie recht of het EVRM. Procedurele autonomie.
HR 16-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1225
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 september 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Fierstra
- Zaaknummer
21/01517
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑09‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1225, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑09‑2022
- Wetingang
Essentie
Vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Vereiste van het doen van een verzoek daartoe aan de rechter is niet in strijd met het Unie recht of het EVRM. Procedurele autonomie.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
2.2.1
Wanneer bij de behandeling van belastinggeschillen de redelijk te achten termijn voor berechting is overschreden, kan de Staat worden aangewezen als rechtspersoon die de hieruit voortvloeiende immateriële schade moet vergoeden. In procedures die betrekking hebben op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen geldt op grond van artikel 8:73 Awb, in samenhang gelezen met artikel V ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.