Einde inhoudsopgave
Wet militair tuchtrecht
Artikel 80o
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2000
- Bronpublicatie:
02-06-1999, Stb. 1999, 343 (uitgifte: 12-08-1999, kamerstukken: 25454)
- Inwerkingtreding
01-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-1999, Stb. 1999, 496 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Na sluiting van het onderzoek beraadt de beklagmeerdere zich of hij door de inhoud van de in artikel 80n bedoelde bewijsmiddelen de overtuiging heeft gekregen dat een in de beschuldiging omschreven gedraging van de gestrafte heeft plaatsgevonden en of zulks een schending van een gedragsregel oplevert.
2.
Met betrekking tot een beklag als bedoeld in artikel 80a, derde lid, wordt door de beklagmeerdere aan de hand van de door de commandant opgegeven motivering beoordeeld of de wijze van de tenuitvoerlegging als passend kan worden beschouwd.