Einde inhoudsopgave
Wet algemene regels herindeling
Artikel 48 [Uitkeringen]
Geldend
Geldend vanaf 13-06-2018
- Bronpublicatie:
28-03-2018, Stb. 2018, 106 (uitgifte: 19-04-2018, kamerstukken: 34852)
- Inwerkingtreding
13-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2018, Stb. 2018, 159 (uitgifte: 12-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Omgevingsrecht / Ruimtelijke ordening
1.
De uitkeringen die door onderscheidenlijk aan het Rijk, de provincie of gemeenten over de vóór de datum van herindeling aangevangen boekingstijdvakken, dienstjaren of uitkeringsjaren met betrekking tot overgaand gebied van een gemeente verschuldigd zijn, worden gedaan aan onderscheidenlijk door de gemeente waartoe dat gebied vóór die datum behoorde.
2.
Wanneer het een op te heffen gemeente betreft, geschieden de in het eerste lid bedoelde uitkeringen aan onderscheidenlijk door de gemeente waaraan het gebied van de op te heffen gemeente wordt toegevoegd of zo dit gebied naar meer dan één gemeente overgaat, de in de betrokken herindelingswet aan te wijzen gemeente.