Einde inhoudsopgave
Kieswet
Artikel M 6b [Vervangend briefstembewijs]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
15-06-2022, Stb. 2022, 292 (uitgifte: 13-07-2022, kamerstukken: 35489)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-08-2022, Stb. 2022, 341 (uitgifte: 02-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
1.
Aan de tot deelneming aan de stemming bevoegde kiezer wiens briefstembewijs in het ongerede is geraakt of die geen briefstembewijs heeft ontvangen, wordt door de burgemeester van ’s-Gravenhage op zijn verzoek een nieuw briefstembewijs verstrekt. Dit is een vervangend briefstembewijs. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op de kiezer wiens vervangend briefstembewijs in het ongerede is geraakt of die het vervangend briefstembewijs niet heeft ontvangen.
2.
De kiezer doet het verzoek schriftelijk of mondeling bij de burgemeester van ’s-Gravenhage. De kiezer kan het verzoek ook schriftelijk of mondeling indienen via de Vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten, mits de kiezer op de dag van kandidaatstelling aldaar zijn werkelijke woonplaats heeft.
3.
Het schriftelijk verzoek dient uiterlijk op de twaalfde dag voor de dag van de stemming te zijn ontvangen. De kiezer legt bij zijn verzoek een kopie over van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen identiteitsdocument. De kiezer vermeldt in het verzoekschrift of hij zijn vervangend briefstembewijs per post of per e-mail wil ontvangen. Op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk beslist.
4.
Het mondeling verzoek dient uiterlijk de negende dag voor de dag van de stemming om twaalf uur te zijn gedaan. De kiezer identificeert zich met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, met een verklaring over het bezit van het Nederlanderschap of met de documenten als bedoeld in artikel J 24, tweede lid, van de Kieswet. Op dit verzoek wordt terstond beslist.
5.
Aan de kiezer die zijn werkelijke woonplaats in Aruba, Curaçao of Sint Maarten heeft kan het vervangend briefstembewijs alleen per post worden toegezonden of in persoon worden uitgereikt.
6.
Op het vervangend briefstembewijs wordt een nummer vermeld.
7.
Bij ministeriële regeling wordt voor het verzoekschrift, bedoeld in het derde lid, en het vervangend briefstembewijs een model vastgesteld.