Belastingblad 2017/85
Art. 64 AWR biedt geen ruimte om basiselementen heffingswet bij overeenkomst naar een ander te verleggen. In het onderhavige geval is de belastingplicht via een convenant verlegd van eigenaren vakantiewoningen naar exploitant van recreatiepark. Dit convenant biedt hoe dan ook geen grondslag voor civielrechtelijk verhaal van exploitant op verblijfhouder
HR (A-G) 22-12-2016, ECLI:NL:PHR:2016:1401, m.nt. Redactie
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
22 december 2016
- Zaaknummer
16/00496
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie
- JCDI
JCDI:ADS272959:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1608, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑08‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1401, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2016
Essentie
Art. 64 AWR biedt geen ruimte om basiselementen heffingswet bij overeenkomst naar een ander te verleggen. In het onderhavige geval is de belastingplicht via een convenant verlegd van eigenaren vakantiewoningen naar exploitant van recreatiepark. Dit convenant biedt hoe dan ook geen grondslag voor civielrechtelijk verhaal van exploitant op verblijfhouder
Uitspraak
Belanghebbende is eigenaar van een gemeubileerde vakantiewoning, zijnde een stacaravan, op het recreatieterrein van caravanpark [A], gelegen in de gemeente Oisterwijk. Krachtens de Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2011 van de gemeente wordt forensenbelasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.