NJ 2021/376
Poging zware mishandeling. Geen vrijwillige terugtred. Optreden van verdachte naar aard en tijdstip niet geschikt om intreden gevolg te beletten.
HR 19-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:895, m.nt. H.D. Wolswijk
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 mei 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/02511
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
H.D. Wolswijk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS543299:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:895, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2019
- Wetingang
Art. 46b Sr
Essentie
Poging zware mishandeling. Geen vrijwillige terugtred. Het optreden van verdachte was naar aard en tijdstip niet geschikt om het intreden van het gevolg te beletten.
Samenvatting
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat zij ter uitvoering van het door haar voorgenomen misdrijf om aan haar echtgenoot opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, op een moment dat die echtgenoot in slaap was, een hoeveelheid insuline in diens lichaam heeft gespoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. Bij de beoordeling van het middel stelt de Hoge Raad voorop hetgeen hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.