Hof Amsterdam, 06-09-2019, nr. 23-000293-19
ECLI:NL:GHAMS:2019:4892
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
06-09-2019
- Zaaknummer
23-000293-19
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2019:4892, Uitspraak, Hof Amsterdam, 06‑09‑2019; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:621
Uitspraak 06‑09‑2019
Inhoudsindicatie
Overschrijding van de termijn waarbinnen bloedonderzoek ex artikel 12, lid 3, Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. Nu termijn is overschreden met 35 minuten, is het niet bewezen dat het tenlastegelegde onderzoek heeft plaatsgevonden.
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000293-19
datum uitspraak: 6 september 2019
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 22 januari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 96-195791-18 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 augustus 2019.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 augustus 2018 te Zaandam, gemeente Zaanstad, een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten amfetamine en/of cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94 het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 32 microgram amfetamine per liter bloed en/of 2,3 microgram THC per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, te vervangen door 30 dagen hechtenis indien deze taakstraf niet naar behoren wordt verricht, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 12 maanden.
Vrijspraak
Artikel 12, derde lid van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer (hierna: het Besluit), bepaalt het volgende.Indien het bloedonderzoek is gericht op de vaststelling van het gebruik van een of meer van de in artikel 2 aangewezen stoffen, geschiedt de bloedafname uiterlijk binnen anderhalf uur nadat de verdachte is gevorderd zijn medewerking te verlenen aan een voorlopig onderzoek als bedoeld in artikel 4 of 8 of, indien die vordering niet is gedaan, binnen anderhalf uur na het eerste contact tussen de opsporingsambtenaar en de verdachte dat aanleiding was om de verdachte te vragen zijn medewerking te verlenen aan het bloedonderzoek. Van die termijn kan alleen vanwege bijzondere omstandigheden worden afgeweken.
Op 25 augustus 2018 is de verdachte staande gehouden, terwijl hij in een auto reed. Van hem is om 15:12 uur gevorderd om mee te werken aan een speekseltest, bedoeld in artikel 8 van het Besluit. Het resultaat van deze speekseltest was een positief resultaat op MDMA, amfetamine en cannabis en dientengevolge een verdenking van een gedraging in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW). Desgevraagd heeft de verdachte toestemming verleend tot het verrichten van een bloedonderzoek als bedoeld in artikel 8 WVW. Op zaterdag 25 augustus 2018 om 17:17 uur heeft een arts van de GGD, in aanwezigheid van de verbalisant, bij de verdachte bloed afgenomen. Het bloedonderzoek heeft daarmee 35 minuten na de in artikel 12, derde lid, van het Besluit gestelde termijn van 90 minuten na het vorderen van de speekseltest plaatsgevonden. De oorzaak hiervan is niet gelegen in bijzondere omstandigheden als bedoeld in dit artikellid.
Van een onderzoek als bedoeld in artikel 8 WVW is slechts sprake indien de waarborgen zijn nageleefd waarmee de wetgever dat onderzoek heeft omringd. Blijkens artikel 12 van het Besluit behoort tot die waarborgen onder meer dat het bloedonderzoek binnen anderhalf uur nadat de verdachte is gevorderd zijn medewerking te verlenen aan een voorlopig onderzoek te geschieden.
Volgens de nota van toelichting bij het Besluit is uitgangspunt dat van de verdachte zo snel mogelijk bloed wordt afgenomen en de nota vermeldt over de genoemde termijn:
“Uiterlijk binnen anderhalf uur na het moment waarop de verdachte is gevorderd om mee te werken aan een speekselonderzoek (…) moet van hem bloed worden afgenomen. Na die termijn mag geen bloed meer van hem worden afgenomen en gaat de verdachte vrijuit (…).”
Nu de desbetreffende termijn met 35 minuten is overschreden, is niet bewezen dat het tenlastegelegde onderzoek heeft plaatsgevonden en dient de verdachte van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.C. Römer, mr. E. van Die en mr. R.P. den Otter, in tegenwoordigheid van mr. C. de Beer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 september 2019.