Einde inhoudsopgave
Besluit bekostiging WEC 2022
Artikel 30 Subsidiebedrag
Geldend
Geldend van 01-04-2022 tot 31-12-2025
- Bronpublicatie:
09-12-2021, Stb. 2022, 5 (uitgifte: 04-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2022, Stb. 2022, 114 (uitgifte: 16-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / (Voortgezet) speciaal onderwijs
Onderwijsrecht / Algemeen
1.
Het subsidiebedrag dat wordt verstrekt aan de rechtspersoon, bedoeld in artikel 171, eerste lid, van de wet, bestaat uit een bedrag dat is bestemd voor personeelskosten voor de leraren die het godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs verzorgen en een bedrag dat is bestemd voor overige kosten.
2.
Het bedrag dat is bestemd voor personeelskosten kan met maximaal 2% per jaar stijgen ten opzichte van het meest recent vastgestelde subsidiebedrag dat is bestemd voor personeelskosten.
3.
Het tweede lid vervalt met ingang van 31 december 2025.
4.
Voor het berekenen van de hoogte van het subsidiebedrag wordt uitgegaan van ten hoogste veertig uren per schooljaar door leerlingen te ontvangen godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.
5.
Bij het besluit tot verlening van de subsidie verleent Onze Minister voorschotten. Onze Minister stelt bij beschikking het betaalritme vast.
6.
Het bedrag dat ten hoogste wordt verstrekt aan de rechtspersoon, bedoeld in artikel 171, eerste lid, van de wet, is het bedrag dat op de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beschikbaar is voor het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.