RvdW 2019/860
Witwassen: gestorte geldbedragen afkomstig uit enig misdrijf.
HR 09-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1137
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 juli 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/01682
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS73193:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1137, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:751, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑07‑2018
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Witwassen: gestorte geldbedragen afkomstig uit enig misdrijf.
Het hof kon oordelen dat met het enkel aanwijzen van de legale verkrijging van gelden door de verdachte in een tijdvak (ruim) voor de aanvang van de bewezenverklaarde periode niet een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring is gegeven dat de in de bewezenverklaring bedoelde geldbedragen die tijdens de bewezenverklaarde periode contant zijn gestort niet van misdrijf afkomstig zijn, en dat ook anderszins niet de aanwezigheid van (legaal) vermogen bij aanvang van de bewezenverklaarde periode is gebleken waaruit deze contante stortingen (kunnen) worden verklaard.
Samenvatting
In de door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.